Het lijkt wel of steeds minder kinderen goed op hun stoel zitten

Tijdens mijn trainingen spreek ik diverse leerkrachten en op één van de laatste trainingen zei een leerkracht tegen mij: “ Het lijkt wel of er steeds minder kinderen goed op hun stoel kunnen zitten als we gaan schrijven.” Zij had het over haar leerlingen in groep 3.

Ik kan me voorstellen dat ze dit denkt. Vooral omdat deze leerlingen kinderen zijn die in de coronaperiode zijn opgegroeid en een heel stuk van hun motorische ontwikkeling via online onderwijs hebben moeten ervaren.
Om een juiste zithouding te hebben is het heel belangrijk dat kinderen volop de mogelijkheden moeten krijgen om te kruipen, klimmen, klauteren, huppelen, balanceren, duikelen, schommelen en rollen om de lengte-as.
Deze activiteiten ervaren leerlingen doorgaans tijdens het buiten spelen maar ook tijdens de gymlessen. Deze kinderen hebben veel minder tijd gehad om deze activiteiten zich eigen te maken en dit heeft invloed op hun zithouding.

Verder weet je als leerkracht niet altijd hoeveel controle een kind heeft over de bewegingen dit het maakt en of het voldoende rompstabiliteit heeft. Dit is namelijk nodig om goed te kunnen zitten.
Om voldoende rompstabiliteit te ontwikkelen is het belangrijk dat baby’s veel buikspeeltijd krijgen om dit te ontwikkelen. Ook is het belangrijk dat baby’s zelf tot zit komen. Wanneer de spieren sterk genoeg zijn zal een baby zelf tot zit kunnen komen. Tegenwoordig zijn er genoeg hulpmiddelen te koop waardoor baby’s veel te snel in een geforceerde zithouding komen. Wanneer baby’s dit niet zelfstandig kunnen kan hun evenwichtsgevoel negatief beïnvloed worden en kan het zijn dat de lage rugspieren zich te weinig kunnen ontwikkelen. Dit heeft gevolgen voor de zithouding in groep 3.

Ook kan de zithouding van een kind jou heel veel vertellen. Regelmatig gebruikt het kind zijn/haar lichaam om te compenseren. Voor een juiste zithouding moet een kind alle beweegpatronen ontwikkeld hebben. Een kind moet het bovenlichaam van het onderlichaam onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Dit kunnen niet alle kinderen. Bijvoorbeeld wanneer leerlingen hun hoofd buigen, willen hun armen ook buigen maar hun benen strekken dan automatisch. Of wanneer ze hun hoofd naar achter buigen willen de armen strekken en buigen de benen. Let tijdens het schrijven eens op leerlingen die:

  • op beide benen zitten wanneer ze hun armen moeten buigen
  • hun hoofd neerleggen tijdens het schrijven of tekenen
  • onderuit hangen op hun stoel om hun arm te buigen
  • hun voeten om de stoelpoten klemmen
  • hun stoelpoten op hun schoenen zetten

Deze leerlingen kunnen hun boven,- en onderlichaam niet onafhankelijk van elkaar bewegen waardoor ze gaan compenseren. Door een andere zithouding aan te nemen kunnen ze wel hun schrijfopdracht voltooien maar hebben zij geen goede zithouding.

En als laatst zijn jonge kinderen niet gemaakt om een hele dag op een stoel te zitten. Je ziet steeds meer jongere kinderen in groep 3 starten terwijl hun lijf nog zoveel behoefte heeft om vrij te kunnen bewegen. Wanneer je deze leerlingen door laat gaan naar groep 3 kan je bewegingsonrust terug zien in hun zithouding.

Al met al was het een mooie opmerking van mijn cursist waarbij we alle aspecten uitgebreid onder de loep namen (zij met namen in haar hoofd) en zo konden we kijken waar deze leerlingen behoeften aan hadden.
Een zithouding kan zoveel vertellen over een kind.
Ik hoop dat jij als leerkracht de zithouding van een kind observeert en kijkt wat deze leerling jou probeert te vertellen.
Je kan namelijk met simpele aanpassingen, bewegend leren en het inzetten van bewuste tussendoortjes zo makkelijk voldoen aan de vraag van jouw leerlingen.

Wil jij hier meer over weten neem dan een kijkje bij mijn training ‘bewegen en leren’.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *