Goed leren lezen begint niet met letters aanleren in groep 1-2

Goed leren lezen begint niet met letters aanleren, maar met een rijke taalomgeving.
In veel kleutergroepen draait het tegenwoordig al vroeg om letters herkennen en benoemen.
Maar goed leren lezen ontstaat niet door jonge kinderen een rijtje letters aan te leren.
Een stevige leesbasis ontstaat wanneer een kind nieuwsgierig wordt naar geschreven taal en begrijpt dat je met lezen en schrijven informatie kunt vinden, bewaren en delen.
Dat is precies waar ontluikende,- en beginnende geletterdheid over gaan.
Een rijk taalaanbod in de kleutergroep zorgt ervoor dat kinderen vanzelf interesse krijgen in taal en letters. Die interesse groeit alleen als de omgeving prikkelt, uitnodigt en betekenisvol is.

Een rijke taalomgeving maak je zichtbaar in elke hoek
Een rijke leesomgeving bestaat uit gevarieerd, functioneel materiaal dat kinderen vanzelf tegenkomen tijdens het spelen. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn.
Door in elke hoek iets neer te leggen wat met taal te maken heeft, ontdekken kinderen spelenderwijs dat tekst iets betekent.
Voorbeelden:
• In de huishoek liggen reclamefolders, een kookboek en een kalender.
• In de boekenhoek bied je prentenboeken, informatieboeken en een liedjesdoos aan.
• In de knutselhoek leg je een vouwboek, knutselboek, of een kunstboek neer.
• In de bouwhoek past een boek over gebouwen of plattegronden.
• In de winkel hangen prijskaartjes, een bordje met openingstijden en kunnen kinderen zelf een bon schrijven.
Kinderen zien overal tekst terug. Ze gebruiken het, kijken ernaar, spelen ermee en maken hun eigen krabbels die steeds meer kenmerken van echte woorden krijgen.

Een woordveld als startpunt van elk thema
Ik start ieder thema met een woordveld.
Daarop verzamel ik samen met de kinderen woorden en afbeeldingen die bij het thema horen.
Kinderen zien zo dat beeld en woord bij elkaar horen en dat woorden betekenis krijgen.
Tijdens het schrijven van woorden terwijl kinderen toekijken, ontdekken ze hoe taal werkt:
woorden bestaan uit klanken, en letters geven die klanken weer.
Dat besef is een belangrijke stap richting lezen.

Luisteren als basis voor een goede leesstart
Sterk leesonderwijs begint bij goed kunnen luisteren.
Voordat kinderen letters aan klanken kunnen koppelen, moeten ze klanken kunnen hóren en onderscheiden.
Auditieve vaardigheden zijn daarom onmisbaar:
• geluiden herkennen
• klanken onderscheiden
• klanken in de juiste volgorde onthouden
• klanken samenvoegen tot een woord
Spelletjes zoals Tik tik, wie ben ik?, raad het geluid of geluiden lokaliseren zijn dan ook waardevol en eenvoudig in te zetten.
Zelfs in dagelijkse routines kun je auditieve oefeningen verwerken:
• “Alle kinderen met een naam die begint met de /m/ mogen hun jas pakken.”
• “Kinderen met twee lettergrepen in hun naam mogen hun tas halen.”
Daarnaast zijn voorlezen, rijmen, versjes aanleren niet alleen gezellig, maar essentieel voor een goede leesstart.

Waarom letters oefenen pas zinvol is als de basis staat
Letters aanbieden heeft weinig effect wanneer de auditieve vaardigheden van een kind zwak zijn.
Een kind moet eerst kunnen luisteren, klanken herkennen en nieuwsgierig zijn naar taal.
Pas dan krijgt het letteraanbod betekenis.
Wanneer de visuele en auditieve vaardigheden goed ontwikkeld zijn, merken kinderen dat letters hen verder helpen.
Ze willen ermee werken.
Lezen wordt dan geen strijd, maar een logisch vervolg op wat ze al kunnen en begrijpen.